logo-tweede-kamer
Het wetsvoorstel in het kort

Initiatiefnemers (de Tweede Kamer-leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen) willen dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter wordt. Zij veranderen de grondslag, vereenvoudigen de berekeningsmethode en verkorten de duur. Daarbij zijn de kansen op de arbeidsmarkt uitgangspunt. In huwelijkse voorwaarden kunnen partijen afwijkende afspraken maken.

Het probleem
Initiatiefnemers zijn van mening dat het huidige wettelijke stelsel van partneralimentatie en de daarop door de rechterlijke macht ontwikkelde berekeningssystematiek aan herziening toe is. Er wordt in Nederland relatief veel over het fenomeen partneralimentatie geprocedeerd. Het is niet mogelijk dat mensen zelf berekenen wat zij aan partneralimentatie moeten betalen. De lange duur wordt niet als passend ervaren.

De contractsvrijheid
Contractsvrijheid moet het uitgangspunt zijn. Het is passend als partijen bij huwelijkse voorwaarden of bij echtscheiding afspraken kunnen maken over hoogte en duur van de partneralimentatie. Tijdens het huwelijk kan behoefte aan wijziging daarvan ontstaan. Deels kan hierop worden geanticipeerd in de huwelijkse voorwaarden en voor een deel zal dit moeten leiden tot aanpassing van de huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk. Nu in het wetsvoorstel het verlies van verdiencapaciteit als uitgangspunt voor het ontstaan van het recht op partneralimentatie wordt gehanteerd, is het voor beide echtelieden van groot belang om bewust de keuze voor verdeling van zorg en arbeid/inkomen te maken en zo nodig tijdig de huwelijkse voorwaarden aan deze keuze aan te passen.

De nieuwe grondslag
De grondslag voor de betaling van partneralimentatie is compensatie voor het als gevolg van de tijdens het huwelijk gemaakte keuzes ontstane verlies aan verdiencapaciteit, dus compensatie voor de achterstand op de arbeidsmarkt doordat een van de partners geen of minder tijd aan zijn of haar carrière heeft kunnen besteden. Het huwelijk op zich rechtvaardigt niet een overdracht van inkomen na het huwelijk. Uitgangspunt is terugkeer naar de arbeidsmarkt zodat ieder in de eigen inkomsten kan voorzien. Als er de zorg is voor een kind jonger dan 12 jaar is er de mogelijkheid voor partneralimentatie. De partner die tijdens het huwelijk het merendeel van de zorgtaken had en minder betaald werk verrichtte, heeft een relatieve achterstandspositie, die moet kunnen worden verdisconteerd in de alimentatieplicht. Partneralimentatie is dan bedoeld om de periode te overbruggen waarin het nog niet mogelijk is om deze arbeidsparticipatie op te starten. Daarmee wordt afscheid genomen van de levenslange solidariteitsgedachte.

De verkorting van de duur van de partneralimentatie
Er bestaat geen maatschappelijk draagvlak meer voor de huidige duur van de partneralimentatie van 12 jaar als het huwelijk langer heeft geduurd dan 5 jaar. Uitgangspunt wordt een duur van 5 jaar. Een uitzondering wordt gemaakt voor zeer langdurige huwelijken (langer dan 15 jaar), waarbij een van de partners op latere leeftijd niet (meer) werkt en huwelijken waaruit kinderen geboren zijn die de leeftijd van 12 jaar bij de scheiding nog niet hebben bereikt. Als een huwelijk korter duurt dan drie jaar, dan is er geen sprake van een ernstige vermindering van de kansen op de arbeidsmarkt als gevolg van het huwelijk, ook al zou daar een traditionele invulling aan gegeven zijn. Dan is er geen recht op partneralimentatie.

Dat leidt tot het volgende schema, voor wat betreft de duur van partneralimentatie:

Geen kinderen jonger dan 12 jaar:
0-3 jaar: geen recht op partneralimentatie.
3-verder: de helft van het huwelijk met een maximum van 5 jaar.

Wel kinderen jonger dan 12 jaar: Partneralimentatie voor de helft van het huwelijk met een maximum van 5 jaar maar in ieder geval totdat het jongste kind 12 jaar is.

Huwelijken langer dan 15 jaar en alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar jonger dan AOW-leeftijd: 5 jaar maar in ieder geval minimaal tot de alimentatiegerechtigde de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Alimentatieplichtige bereikt AOW-gerechtigde leeftijd: In alle gevallen eindigt de alimentatieplicht indien de alimentatieplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

De complete informatie met betrekking tot dit wetsvoorstel vindt u hier.